Morgenavond maak ik mijn debuut in de commissie Welzijn. Als raadslid en als wethouder heb ik nog nooit deel uit gemaakt van deze commissie. Mijn ervaring als aandachtig toeschouwer van vergaderingen van deze commissie zijn niet onverdeeld positief, maar ook hier geldt: nieuwe ronde, nieuwe kansen.
De grappigste ervaring dateert van reeds lang geleden (ik meen 1999). In Rijnsburg werd een voorstel behandeld mbt de jaarlijkse bijdrage van de gemeente aan de Oranjevereniging voor de snoepzakken. de bijdrage was al jaren onveranderd en nu was het voorstel om de bijdrage te verhogen van 1 gulden (per zak) naar 1 gulden en 25 cent.
Een discussie van ruim anderhalf uur volgde. Zit er ook fruit in de zak? Welk soort snoep zit er in de zak? Heeft het college recent in the Scientific American gelezen dat een mars tandgroei bij kinderen significant kan reduceren? Van welk materiaal is de zak gemaakt? Is dit duurzaam? Kan het bedrag ook geindexeerd worden? Kan de tandheelheelkundige invloed gemonitord worden en kan de gemeenteraad hiervan op de hoogte gehouden worden, middels een liefst wekelijkse rapportage?
Ook dit was weer een bewijs van de bestuurlijke stelling: hoe kleiner het bedrag, des te langer de discussie. Dat het omgekeerde ook waar is, lijkt de lezer misschien vreemd, maar toch is het zo.
Ik ben benieuwd.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten